diagnostische criteria

Fibromyalgie (FM) staat voor pijn in bindweefsel en spieren en gaat daarnaast vaak gepaard met vermoeidheid. Omdat de pijn en vermoeidheid vaak niet duidelijk aan de buitenkant aan iemand te zien is, wordt fibromyalgie niet door iedereen begrepen. Hierdoor stuiten FM-patiënten op veel onbegrip. Ook door artsen wordt de aandoening nog niet altijd erkend. Er zijn in 2010 nieuwe criteria gekomen, die ervoor zorgen dat er niet meer gedacht wordt vanuit een alles of niets diagnose. Het is dus niet langer zo dat je wel FM hebt of niet, maar je kunt last hebben van zware of minder zwaardere FM. Door deze meer subtiele manier van beoordeling is FM nu ook voor artsen die het niet willen erkennen, een diagnosticeerbare aandoening.

Nieuwe diagnostische criteria voor fibromyalgie

Vroeger werd de diagnose voor FM gesteld door het meten van de gevoeligheid van 18 drukpunten, nu wordt dat gedaan door middel van pijnscores en symptoomscore. De nieuwe fibromyalgie diagnose criteria zijn bedoeld om de criteria uit 1990 te vervangen, maar in de praktijk wordt nog vaak gebruik gemaakt van beide manieren van diagnosticeren.

Oude criteria reumatoloog (1990)

De criteria voor de classificatie van fibromyalgie werden ontwikkeld door het American College of Reumatology (ACR). Deze werden ontwikkeld om reumatologen te helpen bij het diagnosticeren van FM.

Het gaat bij patiënten om:

  • Chronische pijn en/of stijfheid, ten minste drie maanden aanwezig, op drie of meer plekken in het lichaam, zowel boven als onder de taille, zowel links als rechts in het lichaam.
  • Het hebben van pijnpunten (11 of meer van de 18), zogenaamde tender points, op afgesproken plaatsen.

De criteria voor het aantal tenderpoints komen voort uit wetenschappelijk onderzoek. “11 van de 18 tenderpoint” was in eerste instantie niet bedoeld om een diagnose te stellen, slechts om zeker te weten of patiënten konden worden geïncludeerd in een onderzoek. Helaas is deze beschrijving ongelukkig overgenomen in de klinische setting, waardoor een alles of niets diagnose is ontstaan.

DSM-criteria (psycholoog)

De DSM (diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen) wordt gebruikt als hulpmiddel bij het diagnosticeren van psychische aandoeningen. Deze criteria worden daarom alleen door de psycholoog of psychiater gebruikt. De DSM ontworpen om eenheid te brengen in de verscheidenheid aan diagnoses: zo kan er duidelijk vastgesteld worden welke en hoeveel symptomen er voor moeten komen voordat er gesproken kan worden over een bepaalde ziekte of stoornis bij een patiënt.

In de DSM-IV wordt fibromyalgie ongedifferentieerde somatoforme stoornis genoemd, die bestaat uit:

A. Eén of meer fysieke klachten (bijvoorbeeld vermoeidheid, verlies van eetlust, problemen met het maag-darmkanaal of urinewegen).

B. Een van de twee volgende punten:

  • De symptomen kunnen na onderzoek niet volledig worden verklaard door een lichamelijke (somatische) aandoening of door het nemen van bijvoorbeeld drugs of medicijnen.
  • Als er een lichamelijke aandoening is geconstateerd, zijn de fibromyalgie klachten (fysiek, sociaal of op het werk) veel ernstiger dan verwacht zou worden op basis van de medische geschiedenis, fysiek onderzoek of laboratoriumonderzoek.

C. De symptomen veroorzaken duidelijk lijden of problemen in de sociale omgang, op het werk of op andere belangrijke terreinen.

D. De duur van de stoornis is minimaal zes maanden.

E. De stoornis is niet een onderdeel van een andere psychische aandoening (bijvoorbeeld een andere lichamelijke stoornis, seksuele problemen, stemmingsstoornis, angststoornis, slaapstoornis of psychotische stoornis.

F. De symptomen zijn niet met opzet nagebootst of opgewekt.

Nieuwe diagnostische criteria reumatoloog (December 2010)

Bij het gebruik van de oude diagnose was er sprake van een alles of niets beoordeling; iemand voldeed wel of niet aan de criteria voor fibromyalgie. De reumatoloog drukt bij de nieuwe diagnose de ernst van fibromyalgie uit in een getal. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een pijnscore en een symptoomscore. Die score is hoger naarmate meer delen van het lichaam pijn doen en naarmate de symptomen ernstiger zijn.
Het gebruik van drukpunten (minstens 11 van de 18) komt daardoor te vervallen. De nieuwe criteria geven een betere weerspiegeling van de veelomvattende problematiek bij fibromyalgie.

Er moet voldaan worden aan 3 voorwaarden:

1) Pijn en andere symptomen zijn op een min of meer gelijkblijvend niveau al gedurende minimaal drie maanden aanwezig.
2) Er is geen andere ziekte die de pijn verklaart.
3) De fibromyalgiescore (de optelling van de pijnscore en de symptoomscore) is minimaal 12, de pijnscore is minimaal 3 en de symptoomscore is minimaal 5.

De pijnscore:

Er wordt genoteerd in welke 19 gebieden van het lichaam sprake was van pijn gedurende de afgelopen week (voor elk pijnlijk gebied een score van 1). Iemand met pijn in vier gebieden van het lichaam, heeft dus een pijnscore van 4. De volgende 19 gebieden tellen mee in de score: borst, buik, bovenrug, onderrug, nek en zowel de linker als rechter schoudergordel, bovenarm, onderarm, heup-bil gebied, bovenbeen, onderbeen en kaak. De laagst mogelijke pijnscore is 0 en de hoogst mogelijke score is 19.

De symptoomscore:

Er wordt voor elk van de drie onderstaande symptomen genoteerd hoe erg het symptoom was gedurende de afgelopen week.

  • moeheid
  • niet uitgerust ontwaken
  • moeite met nadenken en concentreren

Vervolgens krijgt elk symptoom een score toegekend:
0 = geen probleem
1 = lichte of milde problemen, meestal mild of met tussenpozen
2 = matige tot aanzienlijke problemen die vaak aanwezig zijn en/of van aanzienlijk niveau
3 = ernstig: ingrijpende, continue, het leven verstorende problemen.

Verder wordt nagegaan hoeveel extra symptomen iemand heeft. Daarbij wordt een lijst gebruikt met 42 voornamelijk lichamelijke symptomen, zoals een prikkelbare darm, blaasklachten, hoofdpijn of droge ogen.
0 = geen symptomen
1 = weinig symptomen
2 = aanzienlijk aantal symptomen
3 = veel symptomen

De symptoomscore is de som van de ernst van de drie symptomen (moeheid, niet uitgerust ontwaken en moeite met nadenken en concentreren) plus het aantal extra symptomen. Als iemand bijvoorbeeld erge moeheid heeft (score 3), matige tot aanzienlijke problemen voor wat betreft niet uitgerust ontwaken (score 2), geen problemen met nadenken en concentreren (score 0) en veel extra symptomen (score 3), dan is de symptoomscore 8.

De fibromyalgiescore:

De fibromyalgiescore ontstaat door de pijnscore en de symptoomscore op te tellen. De fibromyalgiescore loopt van 0 (geen enkel symptoom) tot en met 31 (forse klachten).

Tot slot:
Er zijn bij de nieuwe methode nog kritische vragen die opkomen: hoe wordt bepaald of er “weinig” of een “aanzienlijk aantal” symptomen zijn en zal deze meer ingewikkelde methode in de toekomst door elke arts gebruikt gaan worden?
Toch lijkt nieuwe manier van diagnosticeren een stap in de goede richting voor de FM-patiënt.

Er is onlangs een nieuwe versie van de DSM (diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen) uitgekomen. Hierin zijn de criteria voor het psychologisch diagnosticeren veranderd. Deze zullen aan bod komen in een later artikel.

Bronnen:
Starlanyl, D., & Copeland, M. E. (2001). Fibromylagia & Chronic Myofascial Pain, a survival manual.Oakland,  CA: New Harbinger Publications.
www.fibromyalgie.nl, www.wikipedia.com, www.fesinfo.nl

Disclaimer: Alle informatie in dit artikel is bedoeld voor persoonlijk gebruik. Aan de informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Fibrocentrum aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade op welke manier dan ook ontstaan door gebruik, onvolledigheid of onjuistheid van de aangeboden informatie in dit artikel.